Cantata BWV 186a
Ärgre dich, o Seele, nicht
Nederlandse vertaling [Dutch Translation]
Cantate BWV 186a - Erger je er niet aan, mijn ziel |
Gebeurtenis: 3e Zondag van Advent |
Originele Duitse tekst [Original German Text] |
Nederlandse vertaling [Dutch Translation] |
1. Coro |
1. Koor |
|
Ärgre dich, o Seele, nicht,
Dass das allerhöchste Licht,
Gottes Glanz und Ebenbild,
Sich in Knechtsgestalt verhüllt,
Ärgre dich, o Seele, nicht! |
Erger je er niet aan, mijn ziel,
dat het allerhoogste licht,
Gods glans en evenbeeld,
zich verhult in de gestalte van een knecht.
Erger je er niet aan, mijn ziel! |
|
2. Aria B |
2. Aria (B) |
|
Bist du, der da kommen soll,
Seelenfreund im Kirchengarten?
Mein Gemüt ist zweifelsvoll,
Soll ich eines andern warten?
Doch, o Seele, zweifle nicht.
Lass Vernunft dich nicht verstricken,
Deinen Schilo, Jakobs Licht,
Kannst du in der Schrift erblicken! |
Zijt Gij het, die komen zal,
zielenvriend in de hof der kerk?
Mijn gemoed is vervuld van twijfel,
moet ik een ander verwachten?
Doch twijfel niet, mijn ziel.
Laat je niet door het verstand verstrikken,
jouw Silo , het licht van Jakob,
kun je in de Schrift aanschouwen! |
|
3. Arioso T |
3. Aria (T) |
|
Messias lässt sich merken
Aus seinen Gnadenwerken,
Unreine werden rein.
Die geistlich Lahme gehen,
Die geistlich Blinde sehen
Den hellen Gnadenschein. |
De Messias laat zich kennen
uit zijn werken van genade,
Onreinen worden rein.
De geestelijk lammen lopen,
de geestelijk blinden zien
het heldere schijnsel van de genade. |
|
4. Aria S |
4. Aria (S) |
|
Die Armen will der Herr umarmen
Mit Gnaden hier und dort;
Er schenket ihnen aus Erbarmen
Den höchsten Schatz, das Lebenswort. |
De armen wil de Heer omarmen
met genade hier en ginds!
Hij schenkt hun uit erbarmen
de hoogste schat, het Woord des Levens! |
|
5. Aria (Duetto), Soprano e Alto |
5. Aria / Duet (S, A) |
|
Laß, Seele, kein Leiden
Von Jesu dich scheiden,
Sei, Seele, getreu!
Dir bleibet die Krone
Aus Gnaden zu Lohne,
Wenn du von Banden des Leibes nun frei. |
Laat, o ziel, geen lijden
je van Jezus scheiden,
Ziel, wees getrouw!
De kroon blijft
uit genade je loon
als je vrij bent van de banden van het lichaam. |
|
6. Choral |
6. Koraal |
|
Darum, ob ich schon dulde
Hie Widerwärtigkeit,
Wie ich auch wohl verschulde,
Kommt doch die Ewigkeit,
Ist aller Freuden voll,
Dieselb ohn einigs Ende,
Dieweil ich Christum kennt,
Mir widerfahren soll. |
Daarom, al moet ik hier
ook tegenspoed verdragen
- zoals ik ook verdien -,
toch komt de eeuwigheid
vervuld van alle vreugde,
die ik,
omdat ik Christus ken,
eindeloos zal ervaren. |
|
|
Nederlandse vertaling: Henk Beindorff |
Contributed by Eduard van Hengel (August 2019) |